Onze visie
Vanuit de pijler ‘Optimale kansen voor iedereen’ uit de schoolvisie, werken we aan een school waar we zorg dragen voor iedereen. We proberen steeds op zoek te gaan naar hulpmiddelen die op maat zijn van elk kind. Hierbij houden we de draagkracht van de school in het oog.
Wij willen elk kind maximale kansen bieden, zowel naar het cognitieve als naar het sociaal-emotionele.
Binnen het zorgteam bespreken we wie welke taak op zich kan nemen. Dit kan jaarlijks wisselen.
We kijken hierbij naar de noden van elk leerjaar en van de kinderen binnen de klassen.
Zorgnoden kunnen in het jaar veranderen naar aanleiding van een kindoverleg.
We streven naar maximale klasinterne ondersteuning.
Tijdens het jaar worden op vaste tijdstippen kindoverleg en MDO (multidisciplinair overleg) gehouden. Tijdens dit overleg worden de kinderen besproken en bekijken we, eventueel samen met CLB, welke maatregelen genomen moeten worden.
Op het einde van het jaar wordt de evolutie van elk kind besproken tijdens een kindoverleg. Dit gebeurt met de zorgcoördinator, de betreffende leerkracht en zorgleerkracht.
In de meeste gevallen stroomt het kind door naar het volgende jaar.
Soms merken we dat het beter is voor een kind zowel op vlak van leerstof als op vlak van welbevinden dat hij of zij blijft zitten. Zo kunnen we de leerstof van het voorbije jaar herzien om zo de kansen van het kind te verstevigen.
Op het einde van de lagere school wordt er voor de leerlingen van het zesde leerjaar een klassenraad gehouden. Hierbij zijn de klasleerkrachten van het vijfde en zesde leerjaar, de zorgleerkrachten, de zorgcoördinator en directeur aanwezig. Op basis van de eindtermen opgesteld door de Vlaamse overheid, wordt tijdens de klassenraad besproken of een leerling zijn getuigschrift behaald.
In januari wordt er nog een klassenraad georganiseerd met de klasleerkrachten, directeur en zorgcöordinator. Er wordt dan besproken welke richting in het secundair we aanraden voor de leerling in kwestie.
Wij bieden zorg op de 4 niveaus van het zorgcontinuüm.
Fase 0: Brede basiszorg
We creëren een krachtige leeromgeving en proberen de leerstof af te stemmen op de behoeften van de leerling. De klasleerkracht is in deze fase de spilfiguur. De zorgleerkrachten ondersteunen de leerkrachten hierbij.
Hieronder sommen we op hoe we dit in onze school organiseren.
Binnenklasdifferentiatie
-
We werken met een 4 sporenbeleid.
-
Spoor 1: de leerstof alleen verwerken is nog moeilijk. Deze leerlingen hebben extra uitleg nodig.
-
Spoor 2: De leerlingen volgen eerst de instructie mee en maken hierna zelfstandig de oefeningen. Ze werken aan de basisoefeningen.
-
Spoor 3: De leerlingen volgen een korte instructie. Daarna maken ze zelfstandig oefeningen met extra uitdaging.
-
Spoor 4: Deze leerlingen volgen een apart traject, ze krijgen aangepaste instructies en werk.
Binnen het 4 sporenbeleid voorzien we aangepast werk volgens de specifieke noden van het kind. Dit kan gaan om
-
het verminderen van oefeningen,
-
het moeilijker maken van oefeningen of
-
Extra hulpmiddelen aanbieden zoals hulpkaarten, rekenblokken, hoofdtelefoons, wiebelkussens, Tangles, Studdy Buddy’s,…
CLIM
Als tussendoortje tijden de lessen worden de voorbereidende oefeningen van CLIM gebruikt.
Tijdens deze oefeningen werken we aan 4 basisattitudes:
-
Iedereen kan iets, niemand kan alles.
-
Je hebt het recht om hulp te vragen.
-
Je hebt de plicht om hulp te bieden.
-
Samen zijn we slimmer.
Op deze manier leren de kinderen elkaar vertrouwen, zorgen voor ieders veiligheid, verantwoordelijkheid op nemen, zorgen voor elkaar, zich verbonden voelen met elkaar en elkaar aanvaarden en waarderen.
Sociale vaardigheden
Op school zijn we volop bezig met het uitwerken van lessen rond sociale vaardigheden voor de ganse school. Hier gaat er gewerkt worden aan de weerbaarheid van de kinderen. Hoe kunnen we ruzies oplossen op een juiste manier, hoe maken we vrienden, wat is ok gedrag en wat niet, …
We proberen de kinderen zo goed mogelijk te helpen in de ontwikkeling van hun sociale vaardigheden. Zo wordt er bij conflicten gewerkt met de “herstelgerichte methode”. Meer info hierover kan u vinden bij het pestbeleid.
Wanneer we merken dat deze ontwikkeling bij een leerling niet vlot loopt, kunnen we ook hier aanpassingen voorzien. Dit kan gaan rond extra gesprekjes met hen of extra opvolging.
Het is belangrijk dat we een goed contact met ouders hebben om ook deze zaken bespreekbaar te maken. Een open communicatie is van belang om samen te werken. Samen kunnen we de kinderen zo goed mogelijk ondersteunen.
Kindoverleg
Op vaste tijdstippen bespreekt de zorgcoördinator samen met de klasleerkracht en zorgleerkacht alle leerlingen van de klas. Wat loopt er goed? Waar is er extra ondersteuning nodig? Hoe is het welbevinden in de klas en op de speelplaats?
Indien nodig worden er concrete afspraken gemaakt per leerling.
Soms is de hulp vanuit het CLB nodig. Deze leerlingen worden dan nogmaals besproken op een MDO (multi disciplinair overleg). Deze keer is de verantwoordelijke vanuit het CLB op onze school dan ook mee aanwezig.
Bib
In elke klas is een bib aanwezig met boeken op verschillende niveau’s en verschillende genres. Zo kunnen de kinderen kiezen op hun niveau en volgens hun interesse.
Fase 1: Verhoogde zorg
Als we ondervinden dat de basiszorg niet volstaat, worden er na een zorgoverleg, andere acties ondernomen. We bepalen deze acties naar gelang de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling.
Wanneer we acties plannen, worden de ouders hier steeds van op de hoogte gesteld.
Op regelmatige basis evalueren we de genomen maatregelen. Indien deze onvoldoende blijken, zoeken we naar andere opties.
Mogelijke maatregelen kunnen zijn:
-
Aangepaste instructie,
-
Aanpassing van de opdrachten in hoeveelheid
-
Aanpassing van de werkvorm
-
Gebruik van stappenplannen ook bij toetsen
-
Speciale werkplek in de klas
-
Gebruik van het voorleesprogramma Alinea
-
Gebruik van het zakrekenmachine tijdens lessen rekenen
-
Externe hulp van een logopediste of kinesiste (dit gebeurt buiten de uren)
-
Het inrichten van een rustige hoekje zodat de leerlingen tijdens de speeltijd tot rust kunnen komen.
Extra uitdaging
Wanneer we merken dat een leerling de aangeboden leerstof sneller verwerkt, beslissen we deze leerling extra uit te dagen. Dit kan zowel binnen de klas als buiten de klas gebeuren.
Binnen de klas krijgen deze leerlingen geen extra maar wel moeilijkere oefeningen.
Leerlingen die nog meer uitdaging nodig hebben, gaan naar de klimopklas. Tweemaal per week komen ze samen in leeftijdsgroepen (2de, 3de en 4de leerjaar samen; 5de en 6de leerjaar samen).
Zo hebben ze contact met ontwikkelingsgelijken. Via tal van activiteiten worden verschillende denkvaardigheden aangesproken.
De leerlingen leren ook doorzetten en omgaan met fouten.
In de klimopklas wordt er met projecten gewerkt, los van het gewone curriculum. De thema’s zijn zo gekozen dat op één schooljaar zoveel mogelijk verschillende doelen voorop gezet worden, zowel op cognitief als sociaal-emotioneel gebied.
Fase 2: Uitbreiding van zorg
Als de vorige twee fasen ontoereikend zijn, kunnen we spreken van leer,- gedrags-,of ontwikkelingsproblemen en leer,- gedrags- of ontwikkelingsstoornissen.
Hierbij wordt steeds het CLB betrokken, zij kunnen mee zorgen voor de juiste maatregelen en hulp.
Na een MDO (multidisciplinair overleg) wordt een werkplan opgesteld.
Dit wordt op regelmatige tijdstippen geëvalueerd en eventueel aangepast.
Anderstalige nieuwkomers
Wanneer kinderen vanuit het buitenland op onze school terecht komen worden zij opgevangen door door de taalleerkrachten in de taalklas.
Zij stellen 2 belangrijke doelstellingen voorop: sociale integratie en taalverwerving.
De taalleerkrachten bieden deze nieuwkomers een ‘veilige en warme ‘ plek aan. Ze besteden veel aandacht aan het ontwikkelen van basisvertrouwen.
Naast het ‘overleven’ moet de anderstalige nieuwkomer ook de schooltaal leren.
De taal zal zich moeten ontwikkelen op verschillende vlakken:
-
Een mondelinge boodschap begrijpen/overbrengen.
-
Een schriftelijke boodschap verwerken/overbrengen
Enkele manieren om deze doelen te bereiken :
-
spelletjes,
-
voorlezen,
-
kijk-en verteltafel en bord,
-
kamishibai,
-
toneelvoorstellingen,
-
BIB-bezoek,
-
samen kokerellen,…
De anderstalige nieuwkomers krijgen werkboekjes mee voor in de eigen klas. Ze mogen ook boeken en gezelschapsspelletjes uit de A.N. – klas meenemen.
Op Bingel en Scoodle worden er voor hen eveneens taken klaar gezet.
Leersteuncentrum
Dit overheidsinitiatief zorgt voor opvang van leerlingen met specifieke onderwijsnoden in het gewoon onderwijs. Hiervoor komen personen met expertise uit het bijzonder onderwijs de klasleerkracht ondersteunen.
Samen met het CLB wordt er bekeken of er gebruik gemaakt kan worden van het leersteuncentrum. Er zijn enkele voorwaarden waaraan voldaan moet worden. Wanneer dit het geval is kan de school deze extra hulp aanvragen.
Op onze school werken we samen met leersteuncentrum Antwerpen Plus.
CLB
VCLB De Wissel - Antwerpen werkt aan het welbevinden van de leerlingen op 4 domeinen.
Op vraag van leerlingen, ouders en school werken wij samen aan:
-
Leren en studeren: Als het op school niet wil vlotten en meer hulp wenselijk is. Onderzoek en begeleiding bij leerproblemen, studiemoeilijkheden, faalangst, motivatie,...
-
Onderwijsloopbaan: Als kiezen moeilijk wordt. Bij vragen rond schoolrijpheid, informatie over studie- en beroepsmogelijkheden,…
-
Preventieve gezondheidszorg: Als gezondheidsproblemen een belemmering vormen, bij vragen rond ontwikkeling,... Bevordering van een gezonde levensstijl,....
-
Sociaal-emotionele ontwikkeling: Als het niet vlot met leeftijdsgenoten of thuis. Bij vragen over opvoeding, angst, relaties,…
Hierbij gaan we uit van de vragen van leerlingen, ouders en scholen.
Het Anker is het aanspreekpunt voor onze cliënten.
Deze zal uw vraag goed beluisteren en indien nodig bespreken met het CLB-team (arts, maatschappelijk werker, sociaal verpleegkundige, intercultureel bemiddelaar, psycholoog, pedagoog).
Onze medewerkers zoeken met u mee naar antwoorden en oplossingen.
De dienstverlening is adviserend, gratis en discreet (beroepsgeheim) en gebeurt - indien gewenst - in nauwe samenwerking met de school.
Soms blijkt meer gespecialiseerd, intensiever onderzoek en/of begeleiding aangewezen.
Het CLB begeleidt u dan bij een ‘doorverwijzing’.
Fase 3: Overstap naar een school op maat
De inspanningen die wij als school doen om de nodige zorg voor een leerling te realiseren, hebben niet altijd het gewenste resultaat.
In zo’n situatie kunnen wij, na overleg met ouders en CLB, het advies geven voor een overstap naar een andere school.